De Halve van Egmond, een echte uitdaging

Een verslag van Kees Smetsers:

De halve marathon van Egmond aan Zee wordt elk jaar in het tweede weekend van januari gehouden, midden in de winter dus. De weersomstandigheden zijn dan onvoorspelbaar. Het kan vriezen en het kan dooien. Het kan sneeuwen en het kan regenen. Het kan hard waaien en het kan stormen. Als deelnemer ga je een uitdaging aan, waarvan de uitkomst elke keer verassend is.

Helaas moest ik dit jaar kiezen tussen de Dieprijtcross in Eersel en de halve marathon van Egmond aan Zee, die allebei op dezelfde dag werden gehouden. Ik wilde graag naar allebei de wedstrijden, maar dat kon natuurlijk niet. Dus koos ik Egmond. Toen ik in de loop van de dag hoorde dat Martien van de Ven en Nellie van Beers eerste waren geworden bij de Dieprijtcross, maakte dat mijn dag in Egmond nog een stuk mooier.

Toen ik op zondagmorgen op de boulevard aan de start stond bij de deelnemers met een wedstrijdlicentie, had ik het heel koud. Ik had er voor gekozen om vóór de ongeveer 10.000 recreanten te gaan starten, want ik wist dat die het strand zouden gaan omploegen en dan is het daarna heel zwaar lopen.

Toen ik na de start het strand oprende zag ik tot mijn blijdschap dat het laag water was, waardoor er een brede, harde zandvlakte voor mij lag, die prima te belopen was. Wat een verschil met vorig jaar, toen ik 8 kilometer door het diepe, losse zand moest ploeteren.

Natuurlijk was ik al heel snel bijna de laatste van onze startgroep en even later kwamen de eerste recreanten mij al voorbij gerend. Het duurde niet lang voordat Edwin van de Ven in sneltreinvaart langs kwam. Het leek wel of ik stilstond, zo vloog Edwin over het strand. Later hoorde ik dat Edwin op 5 seconden na een persoonlijk record had gelopen.

Ik besloot om maar “met de rem er op” te blijven lopen, zo lang ik op het strand was. Later kreeg ik daar spijt van, want toen ik na 8 kilometer in de duinen kwam, bleek dat mijn benen die dag “heel goed voelden”. Ik kon best makkelijk een tempo van net onder de zes minuten per kilometer lopen en dat is voor mij als bijna 77-jarige een heel mooie snelheid. Ik voelde mij heel goed en kon zelfs gaan versnellen, helemaal tot aan de laatste kilometers.

Op de Bloedweg was het even zwaar, maar daarna kon ik sprintend naar de finish. Daar bleek dat het tweede gedeelte van mijn halve marathon in de duinen sneller was geweest dan het eerste gedeelte over het strand. In de uitslag stond ik als derde van vier deelnemers in mijn categorie M75. Van de bijna 10.000 deelnemers aan deze halve marathon waren er maar 4 bij boven de 75. Dus was ik heel tevreden, maar ook niet helemaal, want een eerste plaats was echt mogelijk geweest. Maar ik had enorm genoten van het “runners high” als je in een hoog tempo kunt blijven lopen, zonder moe te worden. Natuurlijk stelt mijn eindtijd (2:11:19 uur) niets voor in vergelijking met de prestatie van Edwin van de Ven (1:27:38), want die heeft echt een supermooie prestatie geleverd. En ook Martijn van Straten deed het met 1:51:03 uur zeker niet slecht. Maar ik vind het gewoon een voorrecht dat ik dit allemaal nog mee kan maken. Hardlopen is een prachtige sport en als je dat jarenlang kunt doen met je loopmaatjes, die ook je vrienden zijn, dan is dat echt een heel mooie toevoeging aan de kwaliteit van je leven…